GRAADKLASSEN?

EEN TROEF!

GRAADKLASSEN? EEN TROEF!

In Vlaanderen zit 25 % van de leerlingen in graadklassen. In de meeste scholen gebeurt dat uit noodzaak (kleine schoolgemeenschap) maar er zijn er die ze bewust organiseren. Wij zitten in de eerste groep, maar door jarenlange ervaring is werken met graadklassen intussen uitgegroeid tot één van de pijlers uit ons onderwijsaanbod.
Wat is een graadklas ?

Een graadklas is een klas waarin leerlingen van twee of meer verschillende leeftijden samen zitten. Bij ons is er 1 grote klasgroep in het kleuteronderwijs en zijn er drie graadklassen in het lager onderwijs.
– Kleuters 2,5j – 5j (zo goed als voortdurend begeleid door 2 leerkrachten)
– 1ste en 2de leerjaar
– 3de en 4de leerjaar
– 5de en 6de leerjaar
Graadklassen: pro’s en contra’s

Voordelen
– Binnen een kleine groep hebben kinderen een veilig gevoel.
– Conflicten en problemen komen sneller aan het licht, er wordt sneller op gereageerd.
– Kinderen zijn sociaal vaardiger in kleine, heterogene groepen : ze helpen elkaar, hebben aandacht voor elkaars problemen en durven hulp vragen.
– Door zelfontdekkend leren, ontwikkelen kinderen oplosmethoden.
– Kinderen leren zelfstandig werken en werken actief.
– Sterke leerlingen pikken al wat mee van het volgende jaar maar kunnen een helper zijn voor de anderen.
– Zwakke leerlingen kunnen de leerstof 2 maal horen.
– Leerlingen en leerkrachten hebben een nauwe band, de leerkracht is een coach.

Je haalt meer uit de kinderen.

Dit systeem biedt de meeste kansen naar sociaal emotionele ontwikkeling van het kind. Vanaf de kleuterschool leren de kinderen voor mekaar te zorgen en leren ze van elkaar. In de lagere school neemt het ene jaar de rol van de jongere aan, het andere jaar de rol van de oudere, wat meer leidinggevende.
Door leerlingen 2 jaar te begeleiden, krijg je als leerkracht de kans om de verschillende persoonlijkheidsaspecten van een kind beter te doorgronden en daardoor nog beter in te spelen op individuele noden.
Bovendien krijgen kinderen die wat meer tijd nodig hebben om de leerstof van een bepaald jaar te verwerven de kans om dit (gedeeltelijk) het volgende jaar te doen. Het graadklassensysteem laat immers toe om soepel om te gaan met leerstofdoelen waardoor er geen onnodige druk ontstaat om een kind tegen het einde van het jaar voor een bepaald leerstofonderdeel op niveau te krijgen. In heel wat gevallen kan het kind er het volgende schooljaar aan verder werken.

Doorstroming
Laatst getuigden ouders op een bijzondere ouderavond over hun eigen studie-ervaringen. Het bleek toen dat zij in het secundair onderwijs op geen enkele manier met enige achterstand werden geconfronteerd, wel integendeel. Bovendien werden deze oud-leerlingen aanzien als zeer sociaal. Ook de resultaten van de laatste generatie oud-leerlingen wijzen in dezelfde richting. Dat bewijst dat onze kinderen goed voorbereid zijn.

Peer-to-peer
Onderwijs is permanent in evolutie op zoek naar betere resultaten inzake het verwerven van basiscompetenties. Eén van de pijlers daarvan is leerstofassimilatie (leerstofaanpassing). Uit recente studies blijkt dat peer-topeer op dat vlak veruit het hoogst scoort: meer dan 80 % van de leerstof blijft vrijwel onmiddellijk ‘hangen’.
Peer-to-peer, of de ene leerling die een stuk van de leerstof uitlegt aan de andere, zit verankerd in onze graadklassen.
Mening van de onderwijsinspectie
Wat volgt zijn de woorden van onderwijsinspecteur mevrouw Maria Baldewijns bij een interview in het onderwijstijdschrift Klasse nr. 141.
“ Ik beveel elke lagere school aan graadklassen te maken. Ook al gaan ouders er in het begin niet mee akkoord en gaan sommigen er zelfs van steigeren.
In een graadklas differentieert de leerkracht de hele dag. Voor de kinderen is er geen enkel nadeel tegenover leeftijdsgenoten die in een klas met één leerjaar zitten. In een graadklas springt de leerkracht flexibel om met gevarieerde didactische werkvormen. En wat als er meer rumoer is in de klas als de leerlingen in groep werken ? Dat moet kunnen, zeker in de huidige aanpak van zelfstandig leren en werken. Leerlingen die een grote zelfstandigheid verwerven en zo een goede voorbereiding krijgen op zelfstandig studeren, dat is de beste reclame voor een school.”

Getuigenissen

Getuigenis van een leerling uit het vierde leerjaar
Ik ben een meisje en zit in het vierde leerjaar. Nu ben ik dus bij de oudsten van de klas en dat is heel leuk. Toch is het ook fijn om elk schooljaar met een andere groep in de klas te zitten. De kinderen die even oud zijn is een vaste groep en de andere groep wisselt jaarlijks. We zitten per leerjaar elk aan één kant van de klas en kunnen als de juf bij de andere groep bezig is rustig onze oefeningen maken zonder te storen. De juf maakt duidelijke afspraken hiervoor en we weten altijd op voorhand wat we mogen doen. Als we iets niet begrijpen, vragen we dat eerst aan een vriendje en meestal is het vlug opgelost. We kunnen het natuurlijk ook aan de juf vragen wanneer zij terug bij ons leerjaar is.
In het eerste en tweede leerjaar werd onze klas voormiddag gesplitst omdat we een grote groep waren. Ik kan dus een beetje vergelijken en vind het zeker zo leuk om in een graadklas te zitten. Hier maken we meer oefeningen en moeten ook niet steeds opletten wat de juf vertelt.
De juf ziet ook dadelijk als iemand een probleem heeft, ze kent ons heel goed.
Omdat we in een kleine school zitten, ken ik iedereen en iedereen weet wie ik ben, zelf de juffen kennen iedereen bij naam en de directeur maakt steeds een babbeltje. Ik ben er heel tevreden en daarom ga ik elke dag graag naar school.
Getuigenis van een leerkracht 3de en 4de leerjaar
Wiskunde en taal worden volledig apart gegeven. Eén groep gaat zelfstandig aan het werk. Ondertussen krijgt de andere groep de instructie van de nieuwe les.
Na een grondige bespreking van de oefeningen kunnen deze leerlingen alleen aan het werk. Dan is het tijd voor de nieuwe leerstof van de eerste groep. Daar onze klasgroepen niet zo groot zijn, komen de leerlingen vaak aan bod. Zo merken we ook vlug wie nog extra oefening nodig heeft.
Wanneer leerlingen tijdens het zelfstandig werken problemen ondervinden, kunnen zij altijd terecht bij hun medeleerlingen. Voor sommige onderdelen starten we soms gezamenlijk. (bv lengtematen,..) of krijgen de leerlingen van het derde ondersteuning van die van het vierde leerjaar. (bv evenwijdige lijnen leren tekenen).
Voor godsdienst en WO gebruik ik één jaar het handboek van het derde leerjaar en het volgende dat van het vierde leerjaar. Voor deze vakken werk ik tijdens een groepswerk altijd klasdoorbrekend.
Leerlingen in een graadklas zijn zeer zelfstandig. Zij weten dat ze niet altijd bij de juf terecht kunnen. Ze leren elkaar te helpen.
Een pientere leerling uit het derde kan vaak al heel wat opsteken van het vierde. Een leerling van het vierde die het moeilijker heeft, krijgt ondersteuning door wat er in het derde leerjaar wordt verteld.
Voor mijzelf is het steeds dubbele voorbereiding en constante aandacht geven aan de lessen en leerlingen, maar ik vind het zowel voor mezelf als voor de leerlingen zeer verrijkend.
Getuigenis van een oud-leerlinge
Met ondertussen mijn eerste jaar universiteit achter de rug, zijn er al heel wat jaren verstreken sinds mijn tijd in de kleuter- en lagere school. Ik denk er met een melancholisch en positief gevoel aan terug. Het schooltje in Ulbeek associeer ik met kleine klasgroepen, een familiale sfeer en het aanleren van zelfstandigheid.
In mijn leerjaar zaten we met zeven leerlingen. Een groepje van allerlei persoonlijkheden die op elkaar aangewezen waren. Er ontstond een hecht groepje en nog steeds weet ik hoe het met iedereen verloopt. Mijn beste (en oudste) vriendin heb ik aan deze schooltijd te danken.
Ik vond het tof om na het afwerken van mijn oefeningen de anderen te helpen en samen problemen aan te pakken. Die aangeleerde zelfstandigheid helpt me tot op de dag van vandaag nog steeds vooruit.
Mijn middelbare schoolperiode heb ik in een school afgelegd met een duizendtal leerlingen. Ik werd gedegradeerd tot nummer X in klas Y. Hechte klasgroepen en leerkrachten die mijn achtergrond kenden waren plots verleden tijd. Het aspect van zelfstandigheid en groepswerk kwamen amper aan bod.
Ik krijg vaak de vraag of ik geen achterstand opliep door het feit van de ‘graadklas’. Ik kan hier, vanuit mijn persoonlijke ervaring, enkel over zeggen dat ik in het schooltje in Ulbeek alle bouwstenen heb meegekregen om een stevige fundering te leggen. Een fundering die stabiel genoeg is om met glans de middelbare school te doorlopen, een universitaire studie aan te vatten en hopelijk ook mooie carrière uit te bouwen.
Getuigenis van een ouder.
Ik was van het standpunt dat onze kinderen naar school gingen in de buurt waar we woonden en daarom kozen wij voor de school van Ulbeek. Toch was er voor mij enige twijfel aangezien in deze school graadklassen waren en ik hier geen ervaring mee had.
In de kleuterklas vond ik graadklassen niet zo’n probleem, maar hoe moest het in het lager onderwijs? De leerkracht had toch maar de helft van de tijd om les aan mijn kind te geven en zou wel alle leerstof gegeven worden zoals in een jaarklas?
Ik moest vaststellen dat ik mij druk maakte om niets. De kinderen stapten in dit systeem van onderwijs en hadden er geen enkel probleem mee. De resultaten waren op het einde van het schooljaar goed. Als er problemen waren, werden die onmiddellijk gemeld en konden we deze aanpakken. Ik stond verbaasd hoe nauw de band was met de leerkracht en de directie.
Omdat we hier nieuw waren in deze buurt kende ik weinig mensen, maar doordat de kinderen hier naar school gingen, had ik dadelijk een goed contact met de andere ouders. Ik stelde ook vast dat iedereen met iedereen begaan was. Ik leerde het oudercomité kennen en merkte een enorme gedrevenheid bij deze mensen om deze school zo aangenaam mogelijk te maken, een plek waar iedereen zich goed kan voelen.
Ik ben zeer tevreden dat ik voor deze school gekozen heb en raad het ook anderen aan zich.